Training

Leeftijd en vaardigheidsniveau

In het algemeen leren jongere spelers sneller dan oudere spelers, maar hoeveel een speler leert van een training hangt ook af van zijn huidige niveau in die vaardigheid - hoe lager de vaardigheid, hoe sneller hij leert.  De trainingssnelheid ligt bij lagere niveaus vele malen hoger dan bij gemiddelde niveaus, bij erg hoge niveaus ligt de snelheid juist lager dan op gemiddelde niveaus.

Trainingsintensiteit

Harder trainen zorgt voor een hogere gemiddelde vorm van je team en een hogere effectiviteit van de training. Je kunt de intensiteit bepalen door een getal tussen de 0 en de 100 in te voeren.  Het nadeel van een hoge trainingsintensiteit is dat je meer kans op blessures krijgt. Je zult zelf moeten bepalen wat voor jou de beste trainingsintensiteit is - vraag ook eens op de forums hoe anderen het doen.

Type training

Trainingsstaf

Conditietraining

Conditietraining is een wekelijks terugkerende noodzaak. Je kunt opgeven welk percentage van de training iedere week voor conditietraining gebruikt wordt. De efficiëntie wordt minder bij hogere percentages - het is beter om iedere week een beetje conditietraining te doen, dan zo nu en dan heel veel tegelijk.  Oudere spelers hebben wekelijks meer conditietraining nodig dan jongere spelers om op hetzelfde niveau te blijven. Managers moeten dus proberen uit te vinden welk percentage conditietraining optimaal is voor hun team en ambities.  Spelers die gedurende een week ten minste 90 minuten hebben gespeeld voor jouw team ontvangen 100% effect van de hoeveelheid conditietraining. Spelers die minder dan 90 minuten gespeeld hebben (zoals wisselspelers) ontvangen 75% van het effect, plus een aandeel voor elke minuut die ze gespeeld hebben. Overige spelers die die week niet hebben gespeeld voor jouw team, maar gezond genoeg zijn om te trainen (inclusief spelers met een pleister), ontvangen de helft van de training. Geblesseerde spelers ontvangen geen conditietraining.

Basisprincipes

De hoeveelheid training die een speler krijgt is afhankelijk van de hoeveelheid minuten die hij voor jouw team op een trainbare plek heeft gespeeld gedurende een competitieve of vriendschappelijke wedstrijd. Wedstrijden gespeeld voor een ander team tellen alleen mee voor de update van de vorm, verder traint de speler niet. Als een speler gedurende de week geen 'live actie' heeft gezien en niet minimaal 1 minuut speelde, zal hij helemaal niet trainen. Een speler kan gedurende een week 90 minuten training ontvangen. Meer dan 90 minuten op een trainbare positie spelen geeft niet meer training. Minder spelen, bijvoorbeeld maar 50 minuten, zorgt voor minder training - in dit geval 50 van de 90 minuten.

Als een speler in een week op meer dan één positie heeft gespeeld, worden bij de training de 90 minuten geselecteerd die het meeste trainingseffect geven. Individuele spelersorders tijdens de wedstrijden hebben geen effect op de training.

Spelers op een vleugelpositie zullen de helft van de training krijgen als ze getraind worden op positiespel. Hetzelfde geldt voor vleugelverdedigers bij het trainen op vleugelspel.

Het maakt niet uit of een speler meedoet in een vriendschappelijke, beker- of competitiewedstrijd. Al deze wedstrijden zijn vanuit trainingsoogpunt gezien even effectief.

Als je echter niet genoeg spelers hebt opgesteld bij aanvang van een officiële wedstrijd, dan geef je je tegenstander een zege via walk-over. Je verliest de training voor die specifieke wedstrijd, maar niet de training voor de hele week.

Als jouw team wel komt opdagen voor een officiële wedstrijd, maar je tegenstander niet, dan win je met een walk-over. De spelers uit je basisopstelling krijgen volledige training, maar ze doen geen ervaring op.

Als iets tussen haakjes staat, wil dat zeggen dat het effect kleiner is. Dubbele haakjes houden in dat het effect zeer klein is.

Voorbeeld

Het team traint deze week vleugelspel. Houd in de gaten dat je wedstrijddag verschillend kan zijn. 'Zondag' verwijst naar de competitiewedstrijd in het weekend, terwijl 'woensdag' naar de midweekse Bekerwedstrijd of vriendschappelijke wedstrijd verwijst.

• Nu'aim al-Nisaburi speelde op zondag 90 minuten als vleugelspeler, maar hij miste de wedstrijd van woensdag. Hij ontvangt 90 minuten volledige vleugelspeltraining.
• Karim Reszka speelde 90 minuten als vleugelspeler op zondag en 90 minuten als aanvaller op woensdag. Hij ontvangt ook 90 minuten volledige vleugelspeltraining.
• Ties Faas speelde zondag 50 minuten als vleugelspeler en 90 minuten als vleugelverdediger op woensdag. Hij ontvangt 50 minuten volledige vleugelspeltraining en 40 minuten vleugelspeltraining met minder effect.
• Ryo Palomar speelde zondag 40 minuten als vleugelspeler en woensdag 90 minuten als aanvaller. Hij ontvangt 40 minuten volledige vleugelspeltraining en 50 minuten vleugelspeltraining met een zeer klein ('klaverjas'-)effect.
• Guy Baggermans speelde 90 minuten als vleugelverdediger op zondag en ook op woensdag. Toch krijgt hij slechts 90 minuten vleugelspeltraining, met een kleiner effect.
• Edward van Gasteren speelde in geen van beide wedstrijden. Hij zal zich niet verbeteren.

Afname vaardigheden

Wanneer een speler de leeftijd van 30 jaar nadert, zal hij elke week een deel van zijn vaardigheden verliezen. Hoe groot de afname is, hangt af van de leeftijd van de speler en het niveau van de vaardigheid. Hoe hoger dit niveau is, hoe groter de afname zal zijn. Oudere spelers zijn ook het slachtoffer van grotere afnames dan jongere spelers.