Opstelling: de basis

Starters en invallers

Voor elke wedstrijd kies je de elf spelers die aan de aftrap verschijnen, je spelhervatter, je invallers en je aanvoerder. Op het orderformulier sleep je de spelers naar de gewenste positie.

Indien er een speler geblesseerd raakt, komt de invaller voor die positie op het veld. Heb je voor een bepaalde positie geen invaller geselecteerd (of is de invaller ook geblesseerd), dan komt automatisch een van de andere invallers erin. Als je geen invallers hebt, moet je het met een mannetje minder doen. Als je invallers op zijn en je doelman blesseert zich (of je hebt geen doelman opgesteld), dan zal een veldspeler het doel verdedigen. Je kunt ook voorwaardelijke wissels doorvoeren. Meer info hierover in het hoofdstuk 'Wissels'.

Forfaits

Denk erom dat je in competitie- of bekerwedstrijden minstens met negen spelers aan de aftrap moet verschijnen.

Indien je minder dan negen spelers opstelt, maar er zijn nog wel speelgerechtigde spelers beschikbaar in je ploeg, dan zal iemand van je club tussenkomen en naar eigen goeddunken een geldige opstelling voor die wedstrijd samenstellen. Dit resulteert wel in een lager niveau van teamgeest, vorm, zelfvertrouwen en opstellingservaring voor zo'n wedstrijd dan wanneer jij zelf het elftal zou hebben samengesteld. Die effecten gelden slechts voor die ene wedstrijd en de opgestelde spelers zullen ook gewoon training ontvangen voor die wedstrijd.

Wanneer er niet genoeg speelgerechtigde spelers in jouw ploeg beschikbaar zijn, zal jouw ploeg forfait geven. Dit heeft dezelfde negatieve effecten als hierboven reeds beschreven, maar die zullen in dat geval ook nog effect hebben op toekomstige wedstrijden. Er zal bovendien geen training voortvloeien uit die wedstrijd.

Je moet minimaal negen spelers opstellen in niet-competitiewedstrijden of jeugdwedstrijden, anders zullen jongens uit de buurt de plaats innemen van je ploeg. Er zijn geen gevolgen voor de training van spelers die dezelfde week een competitiewedstrijd hebben afgewerkt (als je bij competitiewedstrijden geen negen spelers opstelt, zijn die gevolgen er wel).

Je formatie bepalen

Je kunt spelen in elke opstelling die je kunt maken in de interface. Op de pagina Training vind je de volledige lijst.

Belangrijk is ook dat wanneer er meer dan één speler in een centrale zone speelt (spits, centrale verdediger of centrale middenvelder) ze niet met hun volle capaciteit zullen bijdragen aan de teamprestatie. Het verlies is bovendien groter voor drie spelers dan voor twee. De logica hierachter is dat spelers in dezelfde zone op elkaar beginnen te rekenen en zelf niet meer het volle pond geven.

Kortom: één speler in een centrale zone gebruikt zijn capaciteiten voor de volle 100%. Twee spelers benutten hun capaciteiten wat minder en drie nog minder. Dit verlies geldt voor alle vaardigheden van de spelers in kwestie.

Het verlies in bijdrage is niet voor elke linie gelijk. Voor middenvelders is het verlies groter dan voor aanvallers en voor aanvallers groter dan voor verdedigers. Het bijdrageverlies van middenvelders is daarbij zelfs ongeveer dubbel zo groot als dat van verdedigers en dat van aanvallers ligt daar ongeveer halverwege tussenin.

Tactieken en ingesteldheid

Op het wedstrijdformulier kun je verder eventueel een tactiek kiezen voor je ploeg en de ingesteldheid waarmee de wedstrijd wordt gespeeld. De verschillende tactieken worden besproken in het hoofdstuk Wedstrijden: tactieken. Meer info over de ingesteldheid vind je in het hoofdstuk Psychologie.

Mandekking

Met mandekking, geef je één van je spelers de opdracht om een specifieke sleutelspeler van je tegenstander te volgen en zijn acties op het veld zo veel mogelijk te neutraliseren. Mandekking is echter nooit zonder risico en voorzichtigheid is dus geboden, doch met de juiste speler en een goeie timing kan het een efficiënte manier zijn om het laken wat meer naar je toe te trekken tijdens een wedstrijd.

Het principe van mandekking komt neer op het schaduwen en hinderen van één bepaalde speler van je tegenstander. Wanneer die speler effectief opgesteld is, dan begint de mandekking al na 5 minuten. Daarbij neemt de bijdrage van jouw mandekker tot de prestaties van de ploeg tegelijkertijd ook drastisch af. Wanneer het doelwit zich vlakbij de mandekker bevindt, draagt de speler 50% minder bij dan normaal. Bevindt het doelwit zich echter verder weg van de mandekker, dan is het verschil zelfs 65%. Het voordeel van mandekking zit hem echter in het feit dat de bijdrage van de geviseerde speler natuurlijk ook afneemt. Het precieze effect hangt echter af van hoe efficiënt jouw speler als mandekker is. Het komt er dus op aan om goed te kiezen in welke situaties mandekking echt loont of wanneer je deze tactiek daarentegen beter vermijdt.

Je kan een speler die reeds als opdracht 'mandekking' kreeg, geen andere opdracht geven. Door een speler als mandekker aan te duiden, doe je dus zijn eventuele oriëntatie (aanvallend, verdedigend, naar het midden, naar de vleugel) teniet.

Je kan per wedstrijd slechts één keer de opdracht 'mandekking' geven. Daarbij moet de mandekker één van je verdedigers, vleugelverdedigers of middenvelders zijn en zijn doelwit een aanvaller, vleugelspeler of middenvelder bij de tegenstander. Wanneer het doelwit echter niet op het veld komt of op een positie speelt die niet in aanmerking komt voor mandekking, wordt de opdracht teniet gedaan. Je mandekker zal desondanks 10% inboeten qua vaardigheden. Het is niet omdat deze speciale opdracht niet van bij de aanvang van een wedstrijd in voege kan treden, dat ze niet later tijdens de wedstrijd toch nog geldig kan worden, bijvoorbeeld wanneer het gekozen doelwit alsnog invalt of de opdracht krijgt op een andere, wel voor mandekking in aanmerking komende positie op het veld te spelen.

Wanneer mandekking actief is, dragen de vaardigheden van de mandekker niet meer bij tot de algemene ploegtactieken zoals pressievoetbal of counteraanval. Dat gebeurt wel wanneer de opdracht tot mandekking niet kan uitgevoerd worden, maar in dat geval wordt wel eerst de eerder beschreven 10% prestatievermindering in rekening gebracht.

Voor je mandekker is verdedigen de allerbelangrijkste vaardigheid. Die wordt immers afgewogen tegen de hoogste vaardigheid van zijn doelwit en bepaalt hoe hoog de afname van diens bijdrage zal zijn. Krachtige mandekkers krijgen nog een extra boost van 10% op hun vaardigheid in verdedigen bij de berekening van het effect van hun mandekking. Spelers zonder specialiteit krijgen eveneens een kleine boost (5%). Indien een geviseerde speler technisch is, wordt er bij het bepalen van zijn invloed op de mandekking 8% verlies gerekend op zijn hoogste vaardigheid, want hij krijgt dan minder ruimte om zijn kunstjes te tonen. Wanneer het een onvoorspelbare speler betreft, gaat het net om 8% extra boost op zijn hoogste vaardigheid, omdat dit type speler moeilijker te volgen is. Vorm, conditie, ervaring, clubliefde, of het om eigenkweek gaat of niet en gezondheid zijn belangrijk voor zowel mandekkers als hun doelwitten. Let wel, er wordt enkel rekening gehouden met al deze bonussen en verminderingen op basis van specialiteiten voor de berekening van de invloed van de mandekking en niet voor die van de ratings.

Het inboeten aan vaardigheid is bij de mandekker van toepassing op al zijn vaardigheden met uitzondering van keepen en spelhervatten. Bij het doelwit blijft daarenboven ook nog zijn verdedigingsvaardigheid onaangeroerd.

Individuele orders

Je kunt alle spelers op het veld individuele orders geven. Zo kun je bijvoorbeeld je centrale middenvelder opdragen om 'verdedigend' te spelen. Hij speelt dan nog steeds als centrale middenvelder, maar zal wat meer op verdedigen focussen dan normaal en minder op aanvallen. Er zijn vier verschillende individuele orders mogelijk. In deze tabel vind je meer informatie over wat dit betekent voor elke positie. Je kan een speler ook vragen om als mandekker een bepaalde sterspeler van je tegenstander te viseren. In het gedeelte over 'Mandekking' kom je hierover meer te weten.